Vertalingen snedig NL>FR
snedig | intelligemment ; vive ; vif ; tranchant ; sagace ; ruse ; roublard ; promptement ; prompt ; judicieux ; intelligent ; adroit ; habile ; finement ; fin ; clairvoyant ; avec ruse ; au fait ; astucieux ; astucieusement ; alerte |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `snedig`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: ad remNL: adremNL: bijdehandNL: geestigNL: gehaaidNL: gevatNL: gewiekstNL: raakNL: scherpzinnigNL: schranderUitdrukkingen en gezegdes
NL: snedig antwoord
FR: repartie (la)NL: snedig antwoorden
FR: repartirNL: snedig kunnen antwoorden
FR: avoir l'esprit de repartie, avoir l'esprit d'à -propos