Vertalingen snaaien NL>FR
snaaien (ww.) | arracher (ww.) ; attraper (ww.) ; enlever (ww.) ; marauder (ww.) ; prendre (ww.) ; s'emparer de (ww.) ; s'envoler (ww.) ; souffler (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `snaaien`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: afnemenNL: benemenNL: gappenNL: graaienNL: grijpenNL: grissenNL: inpikkenNL: jattenNL: kapenNL: leegstelen