Vertalingen scheur NL>FR
scheur
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [sxør] |
Verbuigingen: | -en (meerv.) |
langwerpige, smalle opening of beschadiging -
déchirure (la ~) scheuren in je overhemd - déchirures de sa chemise Door de aardbeving ontstonden er scheuren in de aardkorst. - À la suite du séisme des crevasses de l'écorce terrestre se sont formées. |
je scheur opentrekken (=boos schreeuwen) - gueuler
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
de scheur (v) | faille |
de scheur (m) | la déchirure |
de scheur | rupture (v) ; fissure (v) ; encoche (v) ; crevasse (v) |
scheur | lacération ; rupture ; paille ; craquelure ; gerce ; fracture ; fissure ; déchirure d'angle ; déchirure ; crique d'angle ; crique |
Bronnen: Diving dictionary; Antiquarian Dictionary; interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `scheur`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: barstNL: breukNL: gatNL: groefNL: inkepingNL: kloofNL: knakNL: krakNL: kreupelhoutNL: mond