Vertalingen schaarsheid NL>FR
de schaarsheid (v) | absence (v) ; besoin (m) ; déficience (v) ; déficit (m) ; disette (v) ; frugalité (v) ; infortune (v) ; manque (m) ; misère (v) ; pauvreté (v) ; pénurie (v) ; rareté (v) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `schaarsheid`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: gebrekNL: krapteNL: schaarsteNL: tekortNL: zeldzaamheid