Vertaal
Vertalingen samenscholing NL>FR

de samenscholing

zelfst.naamw. (v.)
Uitspraak:  [ˈsamə(n)sxolɪŋ]
Verbuigingen:  -en (meerv.)

(van mensen) het bij elkaar komen op straat - rassemblement (le ~), attroupement (le ~)
De politieverordening verbiedt samenscholingen van vijf of meer personen. - Le règlement de police interdit des rassemblements de cinq personnes ou davantage.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
de samenscholing (v) accumulation (v) ; attroupement (m) ; bande (v)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `samenscholing`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: accumulatie
NL: bende
NL: groep
NL: hoop
NL: troep