Vertaal
Naar andere talen: • rukken > DErukken > ENrukken > ES
Vertalingen rukken NL>FR

rukken

werkw.
Uitspraak:  [ˈrʏkə(n)]
Verbuigingen:  rukte (verl.tijd ) heeft gerukt (volt.deelw.)

1) kort en hard trekken - tirer fort
iemand de kleren van het lijf rukken - arracher à quelqu'un ses vêtements

2) masturberen - se branler
Hij is al op zijn elfde begonnen met rukken. - A l'âge de onze ans déjà il a commencé à se branler.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
rukken (ww.) arracher (ww.) ; donner une secousse (ww.) ; se branler (ww.) ; tirer (ww.) ; tirer fort (ww.)
rukken branler
Bronnen: interglot; Wikipedia


Voorbeeldzinnen met `rukken`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: trekken