Vertaal
Naar andere talen: • rondwandelen > DErondwandelen > ENrondwandelen > ES
Vertalingen rondwandelen NL>FR
rondwandelen (ww.) battre le paver (ww.) ; errer (ww.) ; faire le tour de (ww.) ; flâner (ww.) ; s'affairer (ww.) ; tournailler (ww.) ; traîner (ww.)
Bronnen: interglot; Wikipedia


Voorbeeldzinnen met `rondwandelen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: rondlopen
NL: rondslenteren