Vertaal
Naar andere talen: • ronddelen > DEronddelen > ENronddelen > ES
Vertalingen ronddelen NL>FR
ronddelen (ww.) allouer (ww.) ; distribuer (ww.) ; diviser (ww.) ; faire circuler (ww.) ; fournir (ww.) ; partager (ww.) ; procurer (ww.) ; remettre (ww.) ; repartir (ww.) ; servir (ww.) ; verser (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `ronddelen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: bedelen
NL: distribueren
NL: rondgeven
NL: rondreiken
NL: uitdelen
NL: uitreiken
NL: verdeel
NL: verdelen