Vertalingen meekrijgen NL>FR
meekrijgen (ww.) | apprendre (ww.) ; prendre communication (ww.) ; prendre connaissance (ww.) ; recevoir communication (ww.) ; s'instruire (ww.) |
het meekrijgen | persuasion (v) |
meekrijgen | arborer |
Bronnen: interglot; ICT-Woordenboek
Voorbeeldzinnen met `meekrijgen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: kennis opdoenNL: krijgenNL: lerenNL: meepikkenNL: op de hand krijgenNL: oppikkenNL: opstekenNL: overhalenUitdrukkingen en gezegdes
NL: Iemand
meekrijgen
FR: mettre quelqu'un dans le coupNL: hij kon hem niet
meekrijgen
FR: il ne voulait pas venir