Vertalingen plak NL>FR
plak
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [plɑk] |
Verbuigingen: | -ken (meerv.) |
1) plat stuk van iets eetbaars -
tranche (la ~) een plakje koek - une tranche de pain d'épices salami in dunne plakken snijden - couper un salami en fines tranches |
2) deel van de uitdrukking: -
een zilveren of gouden plak winnen (=een zilveren of gouden medaille winnen) - gagner une médaille d'or ou d'argent
|
3) deel van de uitdrukking: -
bij iemand onder de plak zitten (=je door iemand laten gebruiken) - être sous la coupe de quelqu'un
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
de plak | adhésif (znw.) ; agglutinant (m) ; barre (v) ; barre de chocolat (v) ; bâton (m) ; bâton de chocolat (m) ; colle (v) ; médaille (v) ; tranche (v) |
plak | brame ; tablette |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `plak`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: kitNL: kleefstofNL: lijmNL: medailleNL: mootNL: pastilleNL: plakselNL: reepNL: reep chocoladeNL: staaf