Vertalingen plaats NL>FR
plaats
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [plats] |
Verbuigingen: | -en (meerv.) |
1) ergens waar je kunt zijn -
endroit (le ~) Vanaf deze plaats kunt u de haven zien liggen. - De cet endroit vous pouvez apercevoir le port. gereserveerde plaatsen - places réservées |
ter plaatse (=op de genoemde plaats) - sur place
|
plaats maken voor... (=zorgen dat er ruimte is voor...) - faire de la place pour...
|
2) gebied waar veel gebouwen staan en waar mensen wonen -
ville (la ~) een plaats met 80.000 inwoners - une ville de 80 000 habitants |
3) positie in een rangorde -
place (la ~) eindigen op de tweede plaats - finir à la deuxième place |
je plaats niet weten (=<verwijtend commentaar op onbeleefd gedrag>) - ne pas connaître sa place
|
4) deel van de uitdrukking: -
in plaats van (=als vervanging van) - au lieu de
We zouden gisteren gegaan zijn, maar in plaats daarvan gaan we volgende week. - Nous serions allés hier, mais nous irons plutôt la semaine prochaine.
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
de plaats (v) | localisation (v) |
de plaats | territoire (m) ; site (m) ; province (v) ; la place ; lieu (m) ; endroit (m) ; domaine (m) ; district (m) |
plaats | le poste ; la agglomération ; la position ; position ; place ; la localité ; le espace ; équipe ; endroit ; le classement ; carré |
Bronnen: Wikipedia; interglot; Trueterm; Omegawiki.org; ICT-Woordenboek; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `plaats`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: gebiedNL: gewestNL: gouwNL: landstreekNL: locatieNL: oordNL: plekNL: regioNL: ruimteNL: streekUitdrukkingen en gezegdes
NL: (in trein)
plaats waarop men achteruit (vooruit) rijdt
FR: place de dos (face)NL: plaats vooruit in de hoek aan de gangzijde (het raam)
FR: place de face côté couloir (fenêtre)NL: de
plaats van de misdaad
FR: les lieux du crimeNL: meetkundige
plaats
FR: lieu (le) géométriqueNL: zekere
plaats
FR: les lieuxNL: plaats hebben
FR: avoir lieuNL: plaats inruimen aan
FR: faire une large part à NL: voor iemand
plaats maken
FR: faire place à quelqu'unNL: plaats nemen
FR: prendre placeNL: die weinig
plaats inneemt
FR: de faible encombrementNL: in
plaats van
FR: au lieu deNL: in de eerste
plaats
FR: en premier lieuNL: in de
plaats stellen voor
FR: substituer à NL: op de
plaats rust!
FR: en place, repos!NL: dat is de juiste man op de juiste
plaats
FR: c'est l'homme de la situationNL: op zijn
plaats zijn
FR: être de mise