1. MWB
  2. Vertalen
  3. paren (NL>FR)
Vertaal
Naar andere talen: • paren > DE • paren > EN • paren > ES
Vertalingen paren NL>FR

paren

werkw.
Uitspraak:  [ˈparə(n)]
Verbuigingen:  paarde (verl.tijd ) heeft gepaard (volt.deelw.)

(van dieren) seks hebben - s'accoupler
[ˈparə(n)]
[vvt: heeft gepaard]

1 (van dieren) seks hebben - s'accoupler


© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
paren (ww.) adjoindre (ww.) ; assembler (ww.) ; associer (ww.) ; connecter (ww.) ; enchaîner (ww.) ; faire l'amour (ww.) ; joindre (ww.) ; relier (ww.) ; unir (ww.)
paren accouplement ; Appariement ; croiser
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `paren`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: cohabiteren
NL: combineren
NL: koppelen
NL: neuken
NL: sexuele gemeenschap hebben
NL: verbinden
NL: vrijen