combineren

Vertalingen combineren NL>FR

werkw.

Uitspraak:	[kɔmbiˈner ə(n)]
Verbuigingen:	combineerde (verl.tijd ) heeft gecombineerd (volt.deelw.)

(verschillende dingen) bij elkaar brengen tot een geheel - combiner

werk en de zorg voor kinderen combineren - combiner son travail et la prise en charge de ses enfants

Overige bronnen

combineren (ww.)	combiner (ww.) ; faire une combinaison (ww.) ; grouper (ww.) ; joindre (ww.) ; joindre ensemble (ww.) ; réunir (ww.) ; unir (ww.)
combineren	allier ; combiner ; mode de fabrication combiné

Bronnen: interglot; ICT-Woordenboek; Download IATE, European Union, 2017.

Voorbeeldzinnen met `combineren`

Voorbeeldzinnen laden....

Synoniemen

NL: bijeen voegen
NL: bijvoegen
NL: een combinatie maken
NL: samenvoegen
NL: verbinden

Uitdrukkingen en gezegdes

NL: gecombineerde operaties op de grond en in de lucht FR: des opérations (v mv) conjuguées air-sol

Ook in de database