Vertalingen parallel NL>FR
I parallel
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [parɑˈlɛl] |
Verbuigingen: | -len (meerv.) |
lijn die evenwijdig loopt met een andere lijn -
parallèle (la ~) parallellen trekken tussen twee dingen (=overeenkomsten tussen twee dingen vaststellen) - mettre deux choses en parallèle
|
II parallel
bijv.naamw.
(van een lijn of vlak) evenwijdig -
parallèle parallel lopen (=(van processen) gelijktijdig plaatsvinden) - être parallèles
|
[parɑˈlɛl] [mv: parallellen]1 lijn die evenwijdig loopt met een andere lijn - parallèle (la ~(v))
parallellen trekken tussen twee dingen
(= overeenkomsten tussen twee dingen vaststellen) - mettre deux choses en parallèle
[parɑˈlɛl]1 (van een lijn of vlak) evenwijdig - parallèle
parallel lopen
(= (van processen) gelijktijdig plaatsvinden) - être parallèles
[parɑˈlɛl] [mv: parallellen]1 lijn die evenwijdig loopt met een andere lijn - parallèle (la ~(v))
parallellen trekken tussen twee dingen
(= overeenkomsten tussen twee dingen vaststellen) - mettre deux choses en parallèle
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
parallel | parallèle ; parallèlement ; parallèlement ; en parallèle ; parallèle |
Bronnen: interglot; ICT-Woordenboek; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `parallel`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: analogieNL: evenwijdigNL: gelijkNL: gelijklopendUitdrukkingen en gezegdes
NL: een
parallel trekken tussen
FR: tracer (of établir) un parallèle entre