Vertaal
Naar andere talen: • opvreten > DEopvreten > ENopvreten > ES
Vertalingen opvreten NL>FR
opvreten (ww.) avaler (ww.) ; bâfrer (ww.) ; bouffer (ww.) ; consommer (ww.) ; dévorer (ww.) ; digérer (ww.) ; engloutir (ww.) ; finir (ww.) ; gober (ww.) ; goinfrer (ww.) ; grignoter (ww.) ; manger (ww.) ; manger goulûment (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `opvreten`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: opeten
NL: oppeuzelen
NL: verorberen
NL: verslinden
NL: verzwelgen
NL: vreten