Vertaal
Naar andere talen: • oplazeren > DEoplazeren > ENoplazeren > ES
Vertalingen oplazeren NL>FR
oplazeren (ww.) décamper (ww.) ; ficher le camp (ww.) ; s'en aller (ww.) ; se casser (ww.) ; se retirer (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `oplazeren`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: inrukken
NL: opdonderen
NL: ophoepelen
NL: opkrassen