Vertaal
Naar andere talen: • opbruisen > DEopbruisen > ENopbruisen > ES
Vertalingen opbruisen NL>FR
opbruisen (ww.) bruire (ww.) ; être en effervescence (ww.) ; mousser (ww.) ; pétiller (ww.) ; scintiller (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `opbruisen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: mousseren
NL: sprankelen
NL: tintelen