Vertaal
Vertalingen op visite gaan NL>FR
op visite gaan (ww.) aller voir (ww.) ; passer voir (ww.) ; rendre visite (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `op visite gaan`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: aankomen
NL: bezoeken
NL: voorbijkomen