Vertaal
Vertalingen op elkaar zetten NL>FR
op elkaar zetten (ww.) accumuler (ww.) ; amasser (ww.) ; amonceler (ww.) ; empiler (ww.) ; entasser (ww.) ; superposer (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `op elkaar zetten`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: opeenhopen
NL: opstapelen
NL: stapelen