Vertalingen ontwennen NL>FR
ontwennen (ww.) | désaccoutumer (ww.) ; désintoxiquer (ww.) ; perdre l'habitude de (ww.) ; se déshabituer de (ww.) |
het ontwennen | désaccoutumance (v) ; perte d'habitude (v) |
ontwennen | sevrage |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `ontwennen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aflerenNL: afwennen