Vertaal
Naar andere talen: • nietsdoen > DEnietsdoen > ENnietsdoen > ES
Vertalingen nietsdoen NL>FR
nietsdoen (ww.) bricoler (ww.) ; cochonner (ww.) ; déconner (ww.) ; fainéanter (ww.) ; flâner (ww.) ; fricoter (ww.) ; paresser (ww.) ; traînasser (ww.) ; traîner (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `nietsdoen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: duimendraaien
NL: lanterfanten
NL: luieren
NL: lummelen
NL: niksen
NL: rondhangen