Vertalingen meespelen NL>FR
meespelen
werkw.
| Uitspraak: | ['mespelə(n)] |
| Verbuigingen: | speelde mee (verl.tijd ) heeft meegespeeld (volt.deelw.) |
1) samen met anderen spelen -
jouer | een keer meespelen in een ander team - jouer dans une autre équipe pour voir |
2) ook een beetje belangrijk zijn -
jouer un rôle , intervenir | Ze is de jongste, maar dat ze een meisje is speelde ook mee. - Elle est la plus jeune, mais qu'elle est une fille a également joué un rôle. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| meespelen (ww.) | être au jeu (ww.) ; participer (ww.) ; prendre part au jeu (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `meespelen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: invallenNL: meedoenNL: meespreken