Vertalingen meelokken NL>FR
meelokken (ww.) | allécher (ww.) ; appâter (ww.) ; attirer (ww.) ; entraîner (ww.) ; s'efforcer (ww.) ; séduire (ww.) ; tenter (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `meelokken`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aanlokkenNL: lokkenNL: meetronenNL: verleidenNL: verlokkenNL: voortlokkenNL: weglokken