Vertaal
Naar andere talen: • kreukelen > DEkreukelen > ENkreukelen > ES
Vertalingen kreukelen NL>FR
kreukelen (ww.) chiffonner (ww.) ; froisser (ww.) ; plisser (ww.) ; se chiffonner (ww.) ; se froisser (ww.) ; se plisser (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `kreukelen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: verfrommelen
NL: verkreukelen