Vertalingen kreukelen NL>DE
kreukelen (ww.) | knittern (ww.) ; zerknittern (ww.) |
kreukelen (werkw.) | knittern ; zerknittern |
Bronnen: interglot; Wiktionary
Voorbeeldzinnen met `kreukelen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: verfrommelenNL: verkreukelen