Vertalingen krediet NL>FR
het krediet
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [krəˈdit] |
Verbuigingen: | -en (meerv.) |
1) geldlening die je niet direct hoeft terug te betalen -
crédit (le ~) een doorlopend krediet bij de bank hebben - avoir un crédit permanent à la banque |
2) vertrouwen dat iemand wekt (bij een ander) -
crédit (le ~) Ik heb veel krediet bij mijn werkgever. - J'ai un grand crédit auprès de mon employeur/patron. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
het krediet | crédit (m) ; gloire (v) ; louange (v) |
krediet | affectation budgétaire ; crédit ; crédit budgétaire |
Bronnen: interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `krediet`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aanzienNL: afbetalingsregelingNL: creditUitdrukkingen en gezegdes
NL: op
krediet
FR: à créditNL: op
krediet geven
FR: faire crédit deNL: krediet hebben
FR: avoir un crédit ouvert chez quelqu'un.