Vertaal
Vertalingen koppelwerkwoord NL>FR

het koppelwerkwoord

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [ˈkɔpəlwɛrkwort]
Verbuigingen:  -en (meerv.)

werkwoord dat samen met een zelfstandig naamwoord of bijvoeglijk naamwoord een naamwoordelijk gezegde vormt taalkunde - verbe attributif (le ~)
In de zin 'Jan lijkt aardig' is 'lijken' het koppelwerkwoord. Het verbindt de eigenschap 'aardig' met 'Jan'. - Dans la proposition 'Jean semble sympathique', le verbe attributif est 'sembler'. Il attribue la caractéristique 'sympathique' à 'Jean'.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
het koppelwerkwoord copule (v)
Bron: interglot

Voorbeeldzinnen met `koppelwerkwoord`
Voorbeeldzinnen laden....