Vertalingen karwei NL>FR
het karwei
zelfst.naamw.
| Uitspraak: | [kɑrˈwɛi] |
| Verbuigingen: | -en (meerv.) |
hoeveelheid werk -
boulot (le ~), travail (le ~), tâche (la ~) | voor iemand een karweitje in huis doen - pour quelqu'un, faire un petit boulot dans sa maison |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| de karwei | besogne (v) ; boulot (m) ; corvée (v) ; emploi (m) ; labeur (m) ; mission (v) ; tâche (v) ; travail (m) |
| karwei | travail |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `karwei`
Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: arbeidNL: jobNL: kluifNL: klusNL: misdaadNL: taakNL: werkUitdrukkingen en gezegdes
NL: het is een heel
karwei
FR: c'est toute une affaireNL: naar zijn
karwei gaan
FR: aller à son chantier
