Vertalingen huur NL>FR
huur
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [hyr] |
Verbuigingen: | huren (meerv.) |
1) het huren -
location (la ~) Mijn huisbaas heeft me de huur opgezegd. - Mon propriétaire m'a donné congé. |
te huur (=als iets gehuurd kan worden) - à louer
Dit huis staat te huur - Cette maison est à louer.
|
2) bedrag dat je betaalt om iets te huren -
loyer (le ~) De huren van huizen gaan dit jaar weer omhoog. - Le loyer des maisons augmente de nouveau cette année. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
de huur | location (v) ; loyer (m) ; prix de location (m) |
huur | bail ; contrat de louage ; location |
Bronnen: interglot; Omegawiki.org; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `huur`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: huishuurNL: huurprijsNL: huursomNL: leasingUitdrukkingen en gezegdes
NL: de
huur betalen
FR: payer le termeNL: in
huur hebben
FR: tenir (qc) en location