Vertalingen groezelig NL>FR
groezelig
bijv.naamw.
een beetje vuil en goor -
douteux/-euse , défraîchi/-ie een groezelig hotelletje in een klein dorpje - un petit hôtel pas très propre dans un petit village |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
groezelig | cochon ; crasseux ; défraîchi ; douteux ; maculé ; sali ; souillé |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `groezelig`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: bedoezeldNL: beduimeldNL: besmeurdNL: bevuildNL: gevlektNL: morsigNL: smoezeligNL: viezig