Vertalingen genieten NL>FR
genieten
werkw.
Uitspraak: | [xəˈnitə(n)] |
Verbuigingen: | genoot (verl.tijd ) heeft genoten (volt.deelw.) |
(iets) erg aangenaam vinden -
savourer van lekker eten genieten - savourer un bon repas |
niet te genieten zijn (=erg vervelend zijn) - être insupportable
Ze is zo dwars vandaag, ze is niet te genieten! - Elle est tellement contrariante aujourd'hui, elle est imbuvable!
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
genieten (ww.) | amuser (ww.) ; jouir (ww.) ; jouir de (ww.) ; savourer (ww.) ; se régaler (ww.) |
het genieten | délectation (v) ; jouissance (v) ; plaisir (m) |
genieten | bénéficier ; profiter ; suivre |
Bronnen: interglot; ICT-Woordenboek
Voorbeeldzinnen met `genieten`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: amuserenNL: beschikken overNL: geneugteNL: genotNL: genot hebben vanNL: ontvangenNL: plezier hebbenNL: smullen