Vertalingen fuseren NL>FR
fuseren
werkw.
Uitspraak: | [fyˈzerə(n)] |
Verbuigingen: | fuseerde (verl.tijd ) is gefuseerd (volt.deelw.) |
samengaan van bedrijven, instellingen -
fusionner Die banken zijn gefuseerd tot een groot concern. - Ces banques ont fusionné en grand groupe bancaire. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
fuseren (ww.) | aller ensemble (ww.) ; concorder (ww.) ; confluer (ww.) ; fondre (ww.) ; fusionner (ww.) ; joindre (ww.) ; s'unir (ww.) ; se fondre (ww.) ; se souder (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `fuseren`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: een fusie aangaanNL: ineensmeltenNL: samengaanNL: samensmeltenNL: versmelten