Vertalingen funderen NL>FR
funderen (ww.) | appuyer (ww.) ; asseoir (ww.) ; baser (ww.) ; dresser (ww.) ; édifier (ww.) ; élever (ww.) ; ériger (ww.) ; établir (ww.) ; faire une substruction de pilotis (ww.) ; fonder (ww.) ; instaurer (ww.) ; s'établir (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `funderen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: baserenNL: grondenNL: grondvestenNL: onderbouwenNL: onderheien