Vertalingen foefje NL>FR
het foefje | adresse (v) ; la astuce ; habileté (v) ; prétexte (m) ; savoir-faire (m) ; tour (m) ; tour de main (m) ; truc (m) |
Bronnen: interglot; ICT-Woordenboek
Voorbeeldzinnen met `foefje`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: kneepNL: kneepjeNL: kunstjeNL: maniertjeNL: truc