zelfst.naamw.
het is een feit dat... - reste que... |
een vaststaand feit (=een feit dat zeker is) - un fait établi
|
een voldongen feit (=een feit waaraan je niets meer kunt veranderen) - un fait accompli
|
een strafbaar feit plegen (=iets doen waarvoor je door de rechtbank kunt worden gestraft) - commettre un délit / un fait délictueux
|
iemand met de neus op de feiten drukken (=iemand confronteren met de feiten) - obliger quelqu'un à regarder la réalité en face
|
de feiten spreken voor zich (=er is verder geen toelichting nodig) - les faits parlent d'eux-mêmes
|
achter de feiten aanlopen (=maatregelen nemen of meningen geven op een moment dat die al achterhaald zijn) - arriver après la bataille
|
de feiten verdraaien (=de zaken anders voorstellen dan ze in werkelijkheid zijn) - travestir les faits / la réalité
|
in feite (=eigenlijk, inderdaad) - en fait / en réalité
|