Vertaal
Naar andere talen: • familiair > DEfamiliair > ENfamiliair > ES
Vertalingen familiair NL>FR
familiair connu ; d'approche facile ; familier ; qui n'est pas contrariant ; qui sympathise rapidement ; tutoyant
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `familiair`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: gemeenzaam
NL: makkelijk in de omgang
NL: tutoyerend
NL: vrijpostig