Vertalingen familiair NL>DE
familiair | bekannt ; familiär ; familiär ; gemütlich in der Umgang ; umgänglich |
Bronnen: interglot; Wiktionary
Voorbeeldzinnen met `familiair`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: gemeenzaamNL: makkelijk in de omgangNL: tutoyerendNL: vrijpostig