Vertalingen factureren NL>FR
factureren (ww.) | compter (ww.) ; facturer (ww.) |
het factureren | la facturation |
Bronnen: interglot; ICT-Woordenboek
Voorbeeldzinnen met `factureren`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: gefactureerdNL: in rekening brengen