Vertaal
Naar andere talen: • doorzakken > DEdoorzakken > ENdoorzakken > ES
Vertalingen doorzakken NL>FR
doorzakken (ww.) céder (ww.) ; courber (ww.) ; fléchir (ww.) ; s'affaisser (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `doorzakken`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: bezwijken
NL: doorbuigen