Vertaal
Naar andere talen: • dommerik > DEdommerik > ENdommerik > ES
Vertalingen dommerik NL>FR
de dommerik (m) abruti (znw.) ; fou (znw.) ; hibou (m) ; idiot (znw.) ; minus (m) ; mulet (m) ; niais (znw.) ; nigaud (m) ; nullard (m) ; oie blanche (v) ; sot (znw.) ; toque (znw.) ; triple buse (v)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `dommerik`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: achterlijke
NL: domkop
NL: domoor
NL: dwaas
NL: idioot
NL: onbenul
NL: onnozelaar
NL: stommeling
NL: sufferd
NL: sufferdje