Vertalingen deal NL>FR
deal
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [diːl] |
Verbuigingen: | -s (meerv.) |
overeenkomst;
afspraak -
marché (le ~), accord (le ~) Die twee partijen willen een deal sluiten. - Ces deux parties veulent conclure un marché. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
de deal (m) | accord (m) ; affaire (v) ; marché conclu (m) ; opération (v) ; transaction (v) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `deal`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: handeltjeNL: transactieNL: zaak