Vertaal
Naar andere talen: • couperen > DEcouperen > ENcouperen > ES
Vertalingen couperen NL>FR
couperen (ww.) cisailler (ww.) ; couper (ww.) ; découper (ww.) ; donner un coup de ciseaux (ww.) ; tailler (ww.)
het couperen coupage (m)
couperen tronçonner
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `couperen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: afknippen
NL: afsnijden
NL: knippen