Vertalingen compact NL>FR
compact
bijv.naamw.
1) dicht op elkaar gedrukt -
compact/-e gehakt, ei en kruiden tot een compacte massa kneden - pétrir le hachis, l'oeuf et les épices jusqu'à obtenir une masse compacte |
2) klein -
compact/-e Een compacte radio is makkelijk mee te nemen. - Une radio compacte est facile à emporter partout. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
Bron: ICT-Woordenboek
Voorbeeldzinnen met `compact`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aaneengeslotenNL: bondigNL: compresNL: dichtNL: geslotenNL: hechtNL: samengedrongen