Vertaal
Naar andere talen: • buitelen > DEbuitelen > ENbuitelen > ES
Vertalingen buitelen NL>FR
buitelen (ww.) basculer (ww.) ; culbuter (ww.) ; dégringoler (ww.) ; faire la culbute (ww.) ; renverser (ww.) ; tomber (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `buitelen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: dartelen
NL: duikelen
NL: failleren