Vertalingen bruisen NL>FR
bruisen
werkw.
Uitspraak: | [ˈbrœysə(n)] |
Verbuigingen: | bruiste (verl.tijd ) heeft gebruist (volt.deelw.) |
1) (van vloeistoffen) met geluid borrelen -
être en effervescence bruisende golven - vagues en effervescence bruisende champagne - champagne qui mousse |
2) druk en levendig zijn -
être en effervescence bruisen van energie - déborder d'énergie een bruisende stad - une ville pleine de dynamisme |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
bruisen (znw.) | bouillonnement (m) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `bruisen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: borrelenNL: geborrelNL: gebruisNL: gebubbelNL: mousserenUitdrukkingen en gezegdes
NL: het
bruisen
FR: le bruissement