Vertalingen bokken NL>FR
bokken
werkw.
Uitspraak: | [ˈbɔkə(n)] |
Verbuigingen: | bokte (verl.tijd ) heeft gebokt (volt.deelw.) |
stug/nors zijn omdat je boos bent -
faire la tête © K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
bokken (ww.) | bouder (ww.) ; être buté (ww.) ; être revêche (ww.) ; faire la tête (ww.) ; s'indigner (ww.) ; se cabrer (ww.) ; se révolter (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `bokken`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: pruilenNL: steigeren