Vertalingen bewijzen NL>FR
bewijzen
werkw.
Uitspraak: | [bəˈwɛizə(n)] |
Verbuigingen: | bewees (verl.tijd ) heeft bewezen (volt.deelw.) |
1) aantonen dat iets waar of juist is -
prouver Kun je bewijzen dat je al zestien bent? - Pouvez-vous prouver que vous avez déjà seize ans? |
zichzelf bewijzen (=laten zien dat je iets goed kunt) - montrer de quoi on est capable
|
2) (iets positiefs) laten blijken -
faire preuve de iemand hulde bewijzen - rendre un hommage à quelqu'un |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
bewijzen (ww.) | attester (ww.) ; confirmer (ww.) ; démontrer (ww.) ; établir l'existence de (ww.) ; faire ses preuves (ww.) ; faire voir (ww.) ; justifier (ww.) ; manifester (ww.) ; mettre en evidence (ww.) ; montrer (ww.) ; prouver (ww.) ; vérifier (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `bewijzen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aantonenNL: betonenNL: presterenNL: stavenUitdrukkingen en gezegdes
NL: bewijzen dat men 2 jaar in een beroep gewerkt heeft
FR: justifier de 2 ans de vie professionnelle