Vertalingen bewijs NL>FR
het bewijs
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [bə'wɛis] |
Verbuigingen: | -wijzen (meerv.) |
feit, redenering of document waaruit blijkt dat iets waar of juist is -
preuve (la ~) bewijs van inschrijving - attestation/preuve de l'inscription bewijs voor fraude - preuve de l'existence d'une fraude onvoldoende bewijs tegen de verdachte hebben - disposer d'insufisamment de preuves contre le prévenu |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
het bewijs | billet (m) ; certificat (m) ; confirmation (v) ; preuve (v) ; signe (m) |
bewijs | acte probant ; acte probatoire ; certificat ; démonstration ; justification ; moyens de preuve ; la pièce justificative ; preuve ; témoin ; titre |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; ICT-Woordenboek
Voorbeeldzinnen met `bewijs`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: akteNL: argumentNL: attestNL: beweringsgrondNL: bewijsstukNL: blijkNL: briefjeNL: tekenUitdrukkingen en gezegdes
NL: schriftelijk
bewijs
FR: preuve (la) littéraleNL: bewijs uit het ongerijmde
FR: démonstration (la) par l'absurdeNL: bewijs van herkomst
FR: certificat (le) d'origineNL: bewijs van lidmaatschap
FR: carte (la) de membreNL: bewijs van luchtwaardigheid
FR: certificat (le) de navigabilitéNL: bewijs van onvermogen
FR: certificat (le) d'indigenceNL: bewijs van overlijden
FR: acte (le) de décèsNL: bewijs van toegang
FR: billet (le) d'entréeNL: bewijs van uitvoer
FR: récipissé (le) de sortieNL: bewijs van goed zedelijk gedrag
FR: certificat (le) de bonne vie et moeursNL: bewijs van storting
FR: bulletin (le) de dépôtNL: bewijs van ontvangst
FR: bulletin (le) de réceptionNL: bewijs van verzekering
FR: attestation (la) d'assurance