Vertaal
Naar andere talen: • argumenteren > DEargumenteren > ENargumenteren > ES
Vertalingen argumenteren NL>FR
argumenteren (ww.) argumenter (ww.) ; contester (ww.) ; contredire (ww.) ; controverser (ww.) ; débattre (ww.) ; discuter (ww.) ; raisonner (ww.) ; répliquer (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `argumenteren`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: beredeneren
NL: disputeren
NL: redeneren
NL: redetwisten
NL: twisten