Vertalingen afspelen NL>FR
I afspelen
werkw.
Uitspraak: | [ˈɑfspelə(n)] |
Verbuigingen: | speelde af (verl.tijd ) heeft afgespeeld (volt.deelw.) |
(een informatiedrager) zo instellen dat geluid of beelden te horen of te zien zijn -
écouter een cd afspelen - écouter un cédérom een video afspelen - regarder une vidéo |
II zich afspelen
reflexief werkw.
Uitspraak: | [afspelen] |
Verbuigingen: | speelde zich af (verl.tijd ) heeft zich afgespeeld (volt.deelw.) |
gebeuren -
se passer Het is onduidelijk wat zich bij die rellen heeft afgespeeld. - Il n'est pas clair ce qui s'est passé lors de ces échauffourées. |
[ˈɑfspelə(n)] [vvt: heeft afgespeeld]1 (een informatiedrager) zo instellen dat geluid of beelden te horen of te zien zijn - écouter
[ekute]
`een cd afspelen`
écouter un cédérom
`een video afspelen`
regarder une vidéo
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
afspelen (ww.) | faire jouer (ww.) |
afspelen | écouter ; lire ; reproduire |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; ICT-Woordenboek
Voorbeeldzinnen met `afspelen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: afdraaienNL: gebeuren